Erfdienstbaarheid
De erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak (het dienende erf) is bezwaard ten behoeve van een andere onroerende zaak (het heersend erf). De meest voorkomende erfdienstbaarheid betreft het recht van overpad, hetgeen betekent dat de eigenaar van het heersende erf gerechtigd is om lopend of met een auto (een gedeelte van) het erf van de eigenaar van het dienende erf te gebruiken.
Een erfdienstbaarheid is een zakelijk recht dat ontstaat door vestiging in een notariële akte (gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers) of door verjaring. De wet (titel 6 van Boek 5 BW) regelt kort gezegd waaraan de eigenaren van het heersende en het dienende erf zich dienen te houden en welke mogelijkheden er zijn indien een erfdienstbaarheid bijvoorbeeld geen functie meer heeft (in welk geval de rechter kan worden verzocht om opheffing dan wel wijziging). Ook geeft de wet de eigenaar van het dienend erf de mogelijkheid om de erfdienstbaarheid te verleggen naar een ander gedeelte van zijn (dienende), zolang de eigenaar van het heersende erf hiervan niet te veel nadeel ondervindt (“verleggingsrecht”).
De praktijk laat zien dat de meeste discussies worden gevoerd over de vraag of er sprake is van een erfdienstbaarheid (bijvoorbeeld ontstaan door verjaring) en zo ja, op welke wijze de erfdienstbaarheid kan worden uitgeoefend (wat valt onder het recht en wat niet).
De specialisten van Vangoud hebben een ruime ervaring in het leveren van juridische bijstand aan overheden, bedrijven en burgers in conflicten over erfdienstbaarheden. Wij adviseren u over hoe u het conflict uit de wereld kunt helpen. Indien dat niet lukt staan wij u graag bij in een te voeren procedure.