info@vangoud.nl
026 - 443 50 20
info@vangoud.nl | 026 - 443 50 20
Overheid

Grenzen aan verhoogd eigen risico bij tegemoetkoming faunaschade

16 May 2018

Grenzen aan verhoogd eigen risico bij tegemoetkoming faunaschade

Inleiding: de tegemoetkoming in faunaschade

Grondgebruikers worden jaarlijks – soms zelfs meerdere malen – geconfronteerd met schade aan hun gewassen die wordt veroorzaakt door in het wild levende dieren. Meestal is de schade zo beperkt dat dit nauwelijks in de teeltopbrengst is terug te zien. Ondanks vogelverschrikkers, knalapparaten en ondersteunend afschot zijn soms echter hele hectares gewassen aangetast door vraat of vertrapping, zodat sprake is van substantiële schade.  De Wet natuurbescherming (Wnb) voorziet gelukkig in de mogelijkheid om op verzoek een tegemoetkoming toe te kennen voor schade als gevolg van natuurlijk in het wild levende vogels en dieren (artikel 6.1 Wnb, voorheen artikel 84 van de Flora- en faunawet).

Hoewel, gelukkig?

Met deze enkele mogelijkheid dienen grondgebruikers zich nog niet rijk te rekenen. Bewust is ervoor gekozen het woord ‘tegemoetkoming’ te gebruiken in plaats van ‘schadevergoeding’. Schade wordt namelijk slechts vergoed voor zover deze redelijkerwijs niet (geheel) voor rekening van de grondgebruiker dient te blijven. Zo dient de grondgebruiker voldoende maatregelen te nemen om schade te voorkomen. Ook hanteert BIJ12, de uitvoeringsorganisatie die namens de twaalf colleges van gedeputeerde staten op de tegemoetkomingsverzoeken beslist, soms een verhoogd eigen risico. Bijvoorbeeld bij schadegevoelige of kapitaalintensieve teelten.

Op 9 mei 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tiental uitspraken gedaan waarin een dergelijk verhoogd eigen risico ter discussie stond. Daar blijken grenzen aan te zitten, zo blijkt uit onderstaande uitspraak (ECLI:NL:RVS:2018:1539).

Besluit GS: tegemoetkoming van 30% van de schade

In 2016 hebben mezen en roeken voor ruim € 20.000,- schade veroorzaakt aan peren. Onder verwijzing naar zijn ‘Beleidsregels tegemoetkoming faunaschade’ oordeelt het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: GS) dat slechts 30% van die schade voor vergoeding in aanmerking komt. In die beleidsregels is namelijk bepaald dat voor vogelschade aan zacht fruit en pit- en steenvruchten de tegemoetkoming is bepaald op 60% van de getaxeerde schade in 2015 en op 30% van de getaxeerde schade in 2016. Per 1 januari 2017 is vogelschade geheel uitgesloten van een tegemoetkoming.    

Beroep rechtbank Gelderland: 30% is te weinig

De teler vindt een vergoeding van 30% veel te weinig en wil in algemene zin het afbouwende vergoedingsbeleid ter discussie stellen, zodat hij bij de rechtbank in beroep is gegaan. De rechtbank geeft de teler gelijk. Van de teler mag worden verwacht dat hij alles wat redelijkerwijs mogelijk is in het werk stelt om schade te voorkomen. Door GS is echter niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de door hen geëiste preventieve maatregelen - het aanbrengen van hagel- en vogelnetten boven en rondom het perceel – bedrijfseconomisch verantwoord zijn. Oftewel: de kosten wegen niet op tegen de baten.

Hoger beroep Raad van State: 30% is inderdaad te weinig

GS is het hiermee niet eens en gaat bij de Raad van State in hoger beroep. GS meent dat alleen indien er geen legale mogelijkheden zijn om schade te voorkomen, een vergoedingsplicht bestaat. Het afdekken met netten is legaal. Dat de teler er om wat voor reden ook voor kiest om dat afdekken na te laten, komt voor zijn risico. De Raad van State volgt die redenering niet.

Ten eerste staat onvoldoende vast dat het afdekken met netten een effectieve methode is. Uit een nota bene in opdracht van BIJ12 zelf verricht onderzoek volgt namelijk dat overnetting als preventieve methode een onvoldoende scoort. Bovendien vermindert de zonlichttoetreding door overnetting, hetgeen negatieve gevolgen heeft voor de oogst. GS heeft dit onvoldoende weersproken.

Ten tweede vindt de Raad van State een gestandaardiseerd verhoogd eigen risico van 70%, zodat maar 30% van de schade wordt vergoed, een onevenredig zware last voor fruittelers. Dit eigen risico staat niet meer in verhouding tot de gemiddelde omzet afgezet tegen de schade van fruittelers.

In een andere uitspraak van dezelfde datum (ECLI:NL:RVS:2018:1488) oordeelde de Raad van State dat een tegemoetkoming van 60% in de geleden schade niet tot een onevenredig zware last voor fruittelers leidt. Die uitspraak ging over een schade uit 2015, zodat de tegemoetkoming van 60% conform de beleidsregels is toegekend.

Gevolgen voor de praktijk

Jaarlijks ontvangt BIJ12 ongeveer 5.000 verzoeken om tegemoetkoming in faunaschade. De Raad van State vind het acceptabel dat onder die omstandigheden een gestandaardiseerd verhoogd eigen risico kan worden gehanteerd. Die standaard moet echter wel passend zijn. Een eigen risico van 70% van de schade is niet meer passend.

Uit de beleidsregels volgt dat voor vogelschade uit 2017 in het geheel geen tegemoetkoming wordt toegekend. Gelet op de hier besproken uitspraken lijkt dit tot maar liefst 100% verhoogde eigen risico lang niet in alle gevallen houdbaar. Voor zover GS (BIJ12) de beleidsregels niet aanpast en onverkort aan dat absurd hoge eigen risico vasthoudt, zullen nog wel een aantal interessante uitspraken van de Raad van State volgen over de toepassing van dit verhoogde eigen risico. 

Vastgoed