Handhaving
Onder handhaving wordt verstaan het door controle en door toepassen (of dreigen daarmee) van administratiefrechtelijke, strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen bevorderen dat algemeen en individueel geldende rechtsregels en voorschriften worden nageleefd.
In de meeste gevallen bestaat handhaving uit een door de overheid aan een overtreder opgelegde last onder dwangsom of last onder bestuursdwang. Deze zogenaamde reparatoire sancties hebben als doel het ongedaan maken van de overtreding. Bij het voortduren van de overtreding wordt ofwel een dwangsom verbeurd die de overheid kan invorderen ofwel kan de overheid zelf ingrijpen om de overtreding ongedaan te maken waarbij de kosten worden verhaald op de overtreder.
Handhaving is een complex rechtsgebied. Omdat een handhavingsbesluit ingrijpende gevolgen kan hebben voor de overtreder, worden daar door de rechter strenge eisen aan gesteld. Zo moet de last helder en ondubbelzinnig zijn geformuleerd. Ook moet de hoogte van de dwangsom proportioneel zijn gelet op de aard van de overtreding. Daarnaast moet er doorgaans een redelijke begunstigingstermijn worden geboden aan de overtreder om de overtreding ongedaan te maken.
In bepaalde gevallen dient de overheid direct middels bestuursdwang in te grijpen. Dat kan gaan om de verwijdering van een gevaarlijk geparkeerd voertuig, maar bijvoorbeeld ook om het verzegelen van een asbestvervuild terrein. In dergelijke gevallen wordt de last pas achteraf op schrift gesteld en wordt aan de overtreder geen begunstigingstermijn geboden.
Het sluitstuk van de handhaving wordt gevormd door de invordering van dwangsommen (bij de last onder dwangsom) en het kostenverhaal (bij bestuursdwang). Hiervoor gelden specifieke publiekrechtelijke en civielrechtelijke procedures.